Uitrolstrategie

23-09-2016

Het programma ERTMS heeft een uitrolstrategie opgesteld en deze is op 23 september door staatssecretaris Sharon Dijksma met een begeleidende brief aan de Tweede Kamer gestuurd.

Actualisatie

Het programma heeft de uitrolstrategie geactualiseerd mede naar aanleiding van de aankondiging van de Europese Commissie eind 2015 dat zij aan een bijgestelde planning werkt. Een aantal landen kan hun toezeggingen niet gestand doen. Ook Nederland heeft bij de Commissie aangegeven dat de corridor Amsterdam - Betuweroute niet in 2020 kan worden gerealiseerd. De actualisatie van de uitrolstrategie is bovendien nodig om de kennis en ervaring die het programma sinds de voorkeursbeslissing heeft opgedaan te verwerken in de uitrolstrategie. Bijvoorbeeld ten aanzien van een realistisch tempo van de uitrol van ERTMS en wensen van vervoerders en andere stakeholders zoals regionale overheden. Omdat het belangrijk is goed aan te sluiten bij wat er in Europa en in onze buurlanden gebeurt op het gebied van ERTMS, is het goed dat deze geactualiseerde uitrolstrategie er nu is. Tevens biedt dit helderheid voor belanghebbenden en de verdere uitwerking van het programma, bijvoorbeeld ten aanzien van de ombouw van materieel.

Uitrolvolgorde

In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen van de deeltrajecten die zullen worden uitgerold inclusief voorlopige en zeer indicatieve planning.

Tabel met overzicht deeltrajecten en zeer indicatieve planning

Deze 36 deeltrajecten betreffen 25 deeltrajecten uit de voorkeursbeslissing aangevuld met elf deeltrajecten aangedragen door stakeholders. Voor de deeltrajecten die komen na Hilversum – Utrecht/Amersfoort en Eindhoven-Venlo betreft dit een voorlopige planning, omdat deze naar de huidige verwachting niet binnen het budget kunnen worden uitgerold. De uitrol van ERTMS start op twee plekken in Nederland. In het ene gebied wordt de uitrol van ERTMS in de infrastructuur gestart op het traject Kijfhoek-Roosendaal. In het andere gebied in Haarlem en omgeving. De daaropvolgende uitrol breidt zich vervolgens als een inktvlek over Nederland uit waardoor uiteindelijk één samenhangend netwerk ontstaat. Deze keuze voor twee gebieden volgt uit de wens om twee leveranciers te contracteren voor de infrastructuur. Zie ook de toelichting op de aanbesteding- en contracteringstrategie in deze nieuwsbrief.

Voorbij 2030

Kaart met percelen

De invoering van ERTMS is een langetermijnopgave. De staatssecretaris heeft in haar begeleidende brief aangegeven dat het daarom voor de hand ligt dat de uitrol van ERTMS een vervolg krijgt die verder reikt dan het huidig budget en de huidige budgetperiode die loopt tot 2030. Een volgende kabinet zal hierover een beslissing nemen. Om deze reden is in de uitrolstrategie ook gekeken naar de uitrol van ERTMS na 2030. Op basis van het nu beschikbare budget van € 2,33 mld. (dit budget is recent aangepast vanwege de € 250 mln. die door de staatssecretaris is ingezet voor Schiphol) verwacht het programma op de eerste twaalf deeltrajecten ERTMS uit te kunnen rollen, zie ook het kaartje. Vanwege mogelijke risico’s en vanwege nog te verzilveren kansen, is met betrekking tot het aantal uit te rollen deeltrajecten een bandbreedte aanwezig.

Ontwikkelingen ten opzichte van de voorkeursbeslissing (2014)

Het programma heeft afgelopen periode met de belangrijkste belanghebbenden over de uitrolstrategie gesproken. Het beeld is dat bij deze partijen de uitrolstrategie over het algemeen op voldoende draagvlak kan rekenen. Doordat het programma in de uitrolstrategie het traject Eindhoven-Venlo heeft opgenomen, ontstaat voor goederenvervoerders een aansluitend netwerk (inclusief omleidingsroute voor de Betuweroute) waarop zij volledig onder ERTMS kunnen rijden.

Er zijn ook keuzes gemaakt die nadelige consequenties hebben voor vervoerders en andere stakeholders. Zoals hierboven aangegeven is gekozen voor een uitrol die zoveel mogelijk maatschappelijke baten oplevert, wat ook betekent dat lijnen waarop relatief weinig (internationale) vervoersbewegingen plaatsvinden en waarvan ombouw relatief duur is, later worden uitgerold. De staatssecretaris heeft ook aangegeven dat gekeken wordt of met een slimme timing van de uitrol van een bepaald baanvak, een investering in uit te faseren materieel vermeden kan worden.

Europa

Met de voorgestelde uitrol zijn de effecten op de (internationale) interoperabiliteit beter dan wanneer wordt vastgehouden aan de eerder gestelde TEN-T verplichtingen. Daarnaast sluit de door het programma opgestelde uitrolvolgorde goed aan bij de plannen van België en Duitsland. Met België zijn concrete gesprekken gaande over het starttraject bij Kijfhoek-Roosendaal. Duitsland heeft aangegeven het traject Venlo te prioriteren boven het traject Bad Bentheim. Omdat het internationale treinverkeer beter wordt bediend, ook Europa meer waar krijgt voor haar geld en er een samenhang is met de Belgische en Duitse plannen, gaat de staatssecretaris er van uit dat zij een positieve reactie krijgt van de Europese Commissie als zij hen in het najaar van 2016 hier formeel over informeert.

Van programmabeslissing tot ingebruikname

Volgens de huidige planning is de oplevering van het eerste baanvak gepland in 2023, waarna circa een jaar proefbedrijf gehouden zal worden in navolging van de aanbeveling van de parlementaire enquêtecommissie Fyra. Hierdoor kunnen de eerste twee trajecten in 2024 in gebruik worden genomen. Dit lijkt ver weg, maar om dat te bereiken is het noodzakelijk al volgend jaar de planuitwerkingsfase af te ronden. Na de programmabeslissing, in de tweede helft van 2017, start het voorbereiden van de aanbesteding. Het programma schat in dat een dergelijke omvangrijke aanbesteding circa twee jaar duurt, inclusief voorbereiding. Na contractering is tijd nodig om het systeem te ontwerpen, bouwen, aan te leggen en te testen. De inschatting is dat hier circa vier jaar voor nodig is. Dit hangt samen met een aantal factoren, zoals het uitrollen van ERTMS in een  bestaande operationele omgeving (brownfield) en de uitdagingen die gepaard gaan met het nauwer verweven van de infrastructuur en materieel dan nu het geval is. Daar mag tegelijkertijd de dienstverlening op het spoor nauwelijks hinder van ondervinden.

Lees voor meer informatie de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer en de volledige rapportage van de uitrolstrategie.

Op 28 september heeft de Tweede Kamer belanghebbenden van het programma in de sector uitgenodigd voor een rondetafelgesprek over de uitrolstrategie, waarin zij worden gevraagd hun visie te geven op de strategie.

Daarnaast vindt op 10 november een algemeen overleg plaats in de Tweede Kamer over spoorveiligheid en ERTMS waarin de uitrolstrategie, de stand van zaken van de aanbesteding- en contracteringstrategie en de vierde en vijfde voortgangsrapportage nader besproken zullen worden.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen