Mijn vader was ook spoorman. In de kelder van de Inktpot schijnt zijn naam in sierlijke handgeschilderde letters nog net zichtbaar te zijn op één van die solide houten deuren.
Net als ik, had mijn vader ook verschillende internationale collega’s. Soms kwamen die collega’s bij ons thuis voorafgaand aan een zogenaamd “Freundschaftstreffen”. Dan gingen alle internationale collega’s gezellig met de echtgenotes iets cultureels doen in Utrecht.
Het viel mij een keer op dat één van die Duitse collega’s mijn vader aansprak met “Herr Doktor Schouwerwou”. Dat was op z’n minst wonderlijk want het doorlopen van de Hogere Bedrijfs School bij NS leverde wel heel veel kennis op, maar een titel hoorde daar natuurlijk niet bij.
Toen ik mijn vader er naar vroeg vertelde hij me dat het aanspreken van iemand met de titel “Doktor” voor die Duitse collega een soort eerbetoon was die ten deel viel aan iedere seniore collega met veel vakkennis en ervaring. Met andere woorden, als je maar oud genoeg bent en wijze woorden orakelt, dan valt die eer je vanzelf te beurt.
Ik was dan ook verrast dat in een CER OPE vergadering, nu ongeveer twee jaar geleden, mij die eer ook gegund werd. Toen ik voorstelde om even koffie te halen voor een buitenlandse collega antwoorde hij dat dat ongepast was en werd direct opdracht gegeven aan een collega, kennelijk lager in de hiërarchie, met de woorden: “haal jij even koffie voor mij en Herr Doktor Schouwerwou”?
Ik voelde me daar niet echt gemakkelijk bij, maar het tekent op zich wel hoe de verhoudingen in andere landen onderling liggen. In Nederland krijgen we gelijk de kriebels van zo’n hiërarchie, in andere landen is het volstrekt geaccepteerd.
Je ziet dergelijke verschillen ook terug in de acceptatie van regels zoals ze bijvoorbeeld in de TSI OPE zijn vastgelegd.
Neem als voorbeeld de Start of Mission van een trein met onbekende positie. De machinist voert zijn gegevens in en sluit af met het drukken van de start knop. Omdat de positie onbekend is kan er geen Movement Authority verkregen worden maar ziet de machinist op zijn scherm het icoontje Staf Responsible gaan knipperen. In de regelgeving staat nu beschreven dat de machinist die dit knipperende icoontje ziet, de treindienstleider moet informeren over deze situatie….. en… hij mag pas de SR mode bevestigen als hij daarvoor toestemming heeft gekregen van de treindienstleider.
Het komt voor ons Nederlanders een beetje vreemd over dat een machinist toestemming moet krijgen om een knop in zijn cabine te mogen indrukken. De machinist heeft immers zijn een eigen veiligheidsverantwoordelijkheid. Het hoort bij zijn vak om te weten dat het bevestigen van SR betekent dat de volledige verantwoordelijkheid voor het rijden van de trein bij de machinist ligt. Het drukken van de knop benadrukt nota bene fysiek het moment dat de machinist in deze situatie de verantwoordelijkheid naar zich toetrekt.
Natuurlijk zal de trein pas mogen gaan rijden als daar middels een Europese Instructie toestemming is gegeven. Dat is dan weer een verantwoordelijkheid van de treindienstleider. Maar dat de treindienstleider zich bemoeit met de bediening van de trein is in Nederland geen normale gang van zaken.
Het bijzondere is dat zo’n situatie als boven beschreven bij bijvoorbeeld onze oosterburen totaal niet herkend wordt als een principieel probleem. In de hiërarchie staat een treindiensteider daar gewoon hoger in de rangorde. Dat terwijl ik vanuit mijn vroegere baan bij NS International weet dat aan de vakbekwaamheid van machinisten in Duitsland echt hele hoge eisen worden gesteld.
Een ander voorbeeld van hoe cultuurverschil doorwerkt in regelgeving is het behandelen van de Europese Instructies. Het is bijzonder om te zien hoe een schriftelijk afgegeven instructie na het uitvoeren van de opdracht wordt afgehandeld. In België is het vastgelegd dat er aantal kopieën worden ingevuld en verstuurd naar verschillende afnemers. Dit ter controle achteraf. De treinbestuurder houdt zelf een exemplaar een jaar lang in zijn eigen archief. In Nederland houdt de machinist het ingevulde formulier drie maanden in eigen beheer, er wordt verder niets opgestuurd ter controle. In Oostenrijk wordt het formulier na invulling door de machinist aan zich zelf voorgelezen, waarna hij er een geharmoniseerde prop van maakt die direct uit het raam gegooid kan worden.
Verschillen in cultuur doen het streven naar harmonisatie van de EU regelmatig haperen. Het is een aspect van interoperabiliteit dat nog wel eens onderschat wordt. Voor veel regels geldt dat het een kwestie van geven en nemen is, compromissen bereiken. Soms win je er één soms verlies je.
In de Europese werkgroepen waar ik kom zijn er regelmatig dingen waarover we vanuit onze Nederlandse cultuur van mening verschillen met de standpunten van andere landen. Overeenstemming lukt soms pas na een langdurige lobby, en soms moet je blijven drammen.
En dat drammen is nou weer typisch Nederlandse cultuur …..
Piet Schouwerwou