Rangeren met voertuigen met ERTMS en voertuigen zonder ERTMS
De uitrol van ERTMS binnen de scope van het Programma ERTMS tot 2030 omvat emplacementen waar spoorwegondernemingen moeten kunnen blijven rangeren. Bij de uitrol van ERTMS wordt binnen de uitrolscope uitgegaan van het verwijderen van het bestaande (licht)seinstelsel en ATB en dit te vervangen door ERTMS Baseline 3, Level 2.
Met het verwijderen van lichtseinen is het niet langer mogelijk om binnen Centraal Beveiligd Gebied aan machinisten of begeleiders van rangeerdelen, ongeacht of de voertuigen waar mee wordt gerangeerd al dan niet zijn voorzien van ETCS, op een efficiënte manier rijtoestemmingen te verlenen. Essentieel is dat na ombouw van de railinfrastructuur naar ERTMS-railgoederenvervoerders overal kunnen blijven rijden en rangeren (Ref. PvE E-019).
Op de emplacementen Lage Zwaluwe en Roosendaal, die als eerste zullen worden voorzien van ERTMS en waar rangeren mogelijk moet blijven, is gerealiseerd dat spoorwegondernemingen tot 2030 rangeerbewegingen kunnen uitvoeren zonder ERTMS (RZE) en ook kunnen rangeren met ERTMS.
Rangeren binnen ERTMS
Hieronder omschrijven we hoe de Programmadirectie omgaat met rangeren in het algemeen, de inzet van locomotieven zonder ETCS, aanvullende middelen ten behoeve van rangeren, baanontwerpen en gebruikersprocessen voor rangeren in relatie tot andere Europese landen en de borging van de belangen van de spoorgoederenvervoerders kan als volgt worden samengevat:
- Met het zogenaamde “Besluit 24 – Rangeren” liet het programma in 2018 weten dat na implementatie van ERTMS op emplacementen alle noodzakelijke trein- en rangeerbewegingen uitvoerbaar moeten blijven. Dit besluit vormde de basis voor een onderzoek naar de voorwaarden die hiertoe moeten worden geschapen, de beperkingen die moeten worden weggenomen en een raming van kosten die hiermee naar verwachting gemoeid zijn.
- De Programmadirectie stelt vast dat met de sectorpartijen tot dusverre is bereikt dat rangeren onder ERTMS, zowel geduwd als getrokken op de korte termijn mogelijk blijft, tussen het niet-centraal-beveiligde gebied en de aankomst- en vertreksporen in het centraal-beveiligde-gebied kan veilig worden gerangeerd, mede dankzij oplossingen voor RZE voor voertuigen zonder ERTMS en toepassing van een rangeersein voor voertuigen met ERTMS.
- Voor het rangeersein moeten vorm en uitvoering nog wel worden vastgesteld. Hier werkt ProRail aan, in samenspraak met de vervoerders.
- Om de noodzakelijke aanpassingen van de emplacementen ten behoeve van rangeren te garanderen is rangeren als projectrisico vastgesteld en is dit risico gekwantificeerd. Dat gekwantificeerde risicobedrag is dekkend voor alle emplacementen binnen de uitrolscope van de eerste zeven baanvakken. Bij exorbitant hoge investeringen die het geoormerkte bedrag overstijgen is de Programmadirectie eraan gehouden om dit risico te heroverwegen.
- Voor de lange termijn streeft het programma naar een Europees, met buurlanden geharmoniseerde oplossing voor rangeren, waarbij het streven is vaste buitenseinen uiteindelijk te laten vervallen.