Met ERTMS verandert er veel in de spoorsector, zoals de regels voor het rijden van treinen. Samen met machinisten, opleiders en treindienstleiders ontwikkelen we uniforme Operationele Regels ERTMS (ORE).
Het OKE heeft het initiatief genomen om samen met machinisten van verschillende vervoerders, opleiders en treindienstleiders één set regels te maken. Deze set wordt aan alle vervoerders ter beschikking gesteld, zodat iedereen dezelfde regels hanteert.
Vervangen van ATB
Het huidige seinstelsel, NS’54 met ATB zal verdwijnen. De implementatie van ERTMS zorgt ervoor dat seinen overbodig worden. Met het European Train Control System (ETCS) kan de machinist alles op een scherm in zijn cabine zien. Het scherm noemen we de driver machine interface (DMI). Zo maken we de overstap van analoog naar digitaal spoor.
Om zowel goederentreinen als reizigerstreinen zo goed mogelijk te laten rijden, gebruiken we de laatste versie van ERTMS.
Regels voor alle soorten treinen
Voor de baanvakken waarop nu al ERTMS ligt, zijn de operationele regels afhankelijk van het soort trein dat daar rijdt, het ERTMS-level en de ontwerpkeuzes. Ook hangt het ervan af of er wel of geen seinen op het baanvak zijn. Zo komt het dat ieder baanvak een eigen set regels heeft. Er zijn verschillende regels voor de Havenspoorlijn, de Betuweroute, de HSL Zuid, Amsterdam-Utrecht en de Hanzelijn. Dat is voor machinisten niet handig.
Als ERTMS overal is ingevoerd, is het de bedoeling dat we op alle baanvakken zoveel mogelijk dezelfde regels gebruiken. Er is dan immers maar één versie van hetzelfde systeem, ERTMS. Op detailniveau kunnen er soms wel andere regels zijn.